maandag 17 februari 2020

Zomaar opeens maar liefst 2 nieuwe blogs op één dag geplaatst door ondergetekende, na een lange blogstilte... Dat kan zomaar opeens gebeuren, wanneer je je weer beter voelt. En wanneer je langzaam maar zeker tóch een heleboel voornamelijk opruimklussen hebt volbracht. Eens kijken of ik het kan volhouden. Het plan is tenminste 1x in de week te bloggen. We gaan het zien...

Aards en aardig blijven                                                            

Wanneer ik regeringsleiders als president Trump (en andere dominante wereldleiders) zie langskomen via het nieuws, vind ik dat ze iets kinderlijks uitstralen. Ze lijken uit eigenbelang hun zin door te douwen, vind ik. Maar eigenlijk beledig ik daarmee elk kind en realiseer ik me dat deze mannen, die zich kunstmatig jong houden, tragisch genoeg zichzelf tekort doen. Zij zouden écht rijk kunnen zijn… En een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de Wereldvrede.  
Juist nu vind ik dat we allemaal krachtig moeten blijven hopen op die Wereldvrede. Vooral denk ik aan de kinderen die recht hebben op een ontspannen jeugd. Alles druist in tegen de Internationale Rechten van het Kind dat we moeten beschermen tegen negatieve invloeden. Maar hóe?
Als ik mijn hond uitlaat en langs de school loop, zie ik hoe “onze” kinderen buiten spelen, rennen of voetballen, plezier maken. Vaak vragen ze of ze mijn hond mogen aaien. Bij de Buitenschoolse Opvang mogen ze blijkbaar vanaf zeven jaar oversteken en op het tegenoverliggende veld spelen, zoals mijn hond dat ook graag doet. Een mooie combi: kind en dier. Ze hebben direct een klik. Er zit niets tussen, het is zuiver. Wanneer komt die omslag, dat kinderen of huisdieren hun onschuld verliezen en veranderen in haatdragende wezens met getrokken pistolen en opgetrokken tanden? Wanneer begint een oorlog eigenlijk al?
Een paar jaar geleden ontmoette ik in het café van Museum Kranenburgh Mouri en zijn moeder Merel die naast mij zaten. Aan een andere tafel zat een moeder met baby, we dronken ieder voor zich een lekker koffietje, maar er ontstond ook een gezellig gesprek. Ondertussen zat Mouri te haken, terwijl hij het resultaat telkens via de lengte van de tafel probeerde op te meten. Dat riep vragen op: Mouri verkocht zijn gehaakte koorden. Ook ik mocht er een bod op doen. Het geld zou worden overgemaakt aan een Nederlandse vrouw in Zambia, die ruim 70 waterputten heeft gerealiseerd in het dorp waar zij woont en helpt. Ik keek het aan: dat toegewijde koppie van Mouri, waarin van alles moet zijn omgegaan om deze mevrouw financieel te ondersteunen. Ik bood vijf Euro, Mouri straalde en haakte verder alsof zijn leven ervan afhing. Tot het klaar was, wij geld en draad uitwisselden en besloten contact te houden.
“Het was een leuke ontmoeting,” liet ook Merel mij later via een e-mail weten. “Mouri heeft €206,50 opgehaald met zijn haakwerk. Telkens als hij een groot rond bedrag had, besloot hij verder te gaan. Van zijn vastberadenheid en doorzettingsvermogen ben ik onder de indruk. Het geld is overgemaakt. Naast de waterputten gaat een gedeelte van het geld ook naar een meisje dat gehandicapt is. Haar moeder heeft weinig inkomsten en het geld is voor eten, huur, schoolgeld voor het zusje, en medische behandelingen.” Hoe mooi is dit? Ook van de moeder, die de ideeën van haar zoon niet meteen weg wimpelde, maar ondersteunde.
Wij allemaal staan op enig moment aan de basis van de belangen en rechten van het kind. Het is van het grootste belang kinderen te beschermen en op te voeden tot aardige volwassenen die het leven met lasten én lusten aankunnen (zodat het niet té wellustig wordt). Dat is de basis van vrede, waarmee uiteindelijk wereldproblemen op een volwaardige manier kunnen worden omgebouwd tot uitdagingen die we samen aangaan. Het moet weer draaien om mensen en niet alleen om belangen en geld. Wij moeten dat kind in onszelf wakker houden om speels te kunnen blijven leven. Dat is één van de redenen waarom ik graag een hond en kids om me heen heb. Het houdt aards. Dáár draait het om. Wij zijn nl. deel van de aarde, het grote geheel, de wereldbevolking. Laat vriendelijkheid regeren. En zuinigheid. Je krijgt er vanzelf aardigheid in. Laatst kwam ik Mouri en zijn moeder weer tegen. Een paar jaar ouder is hij nog steeds begaan met zijn medemens. Daar word ik blij van. 

nog steeds wakker, dit kind in mij.


1001 Vrouwen                                                                      

Nee, deze 1e blog sinds lange tijd gaat niet over vrouwen uit de gemeente Bergen. Het is ook geen anti-mannen pleidooi. Eigenlijk wordt het getal gebruikt voor willekeurig wat: “Duizend en één vragen werden gesteld, ik vergat natuurlijk duizend en één dingen en tja, duizend en één problemen deden zich voor…”
Hier is het echter de titel van een boek – een lexicon – dat op 3 oktober 2018, officieel uitgebracht en gepresenteerd werd. De samenstellers ervan zullen wellicht bedacht hebben een boek te willen maken over vrouwen – en ja, dan kun je er wel duizend en één bedenken, die aandacht verdienen. In dit boek gaat het over “1001 vrouwen in de 20e eeuw” die op een of andere manier het verschil maakten binnen ons Koninkrijk. 
Ruim tevoren werd ik door Michiel van Kempen, hoogleraar West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam, benaderd met de vraag of ik er een bijdrage aan wilde leveren over mijn tante, een veel jongere zus van mijn vader, Nydia Ecury (1926-2012).   
Historica Els Kloek is de initiatiefneemster die zich sinds 2003 met succes aan dit Vrouwenlexicon heeft gewaagd. Zij werkte aan de Universiteit van Utrecht en bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (gespeld conform de websitetekst) te Amsterdam, initieerde de reeks Verloren Verleden en de site Biografisch Portaal en schreef boeken. Zij noemt zichzelf “onderneemster in geschiedenis”. Haar ontmoette ik tijdens de boekpresentatie voor het eerst. Ze werd bijgestaan door een team. Maarten Hell deed de redactie voor dit boek met Marloes Huiskamp en Maria Schouten. Ook Fernie Maas (coördinatie), Vera Weterings (promotie) en Irma Boom (vormgeving) droegen hun steentje bij.  
Het lijvige boek kwam tot stand via crowdfunding. Evenveel mij onbekende auteurs deden eraan mee. Eerst bleken er véél meer vrouwen omschreven te zijn dan de beoogde 1001. Tante stond dus even in de wacht. Mijn werkzaamheden mocht ik declareren, maar ik nam me voor dat bij wijze van donatie te doen, wanneer mijn tante daadwerkelijk in de lexicon zou voorkomen. Waarvan akte: Enige tijd vóórdat het boek klaar was, moest ik toestemming verlenen voor het gebruik van twee foto’s van Nydia Ecury voor een gelijknamige expositie in het Amsterdam Museum, die voor publiek geopend was vanaf 4 oktober. Bijzonder, want de portretten – die ook in het klein staan op de website 1001-vrouwen.nl, waarop je digitaal alle omschreven vrouwen kunt ontdekken – geven een prachtig tijdsbeeld weer van 250 van de 1001 boeiende dames: uitgelicht, al dan niet met enige voorwerpen uit hun opmerkelijke leven.   
Mijn tante bezocht ik jaarlijks vrijwel vanaf 1987. Ze besloot op haar 56e een One Womanshow te schrijven en te presenteren op de eilanden en in Amsterdam (zo’n 11x in een uitverkochte Grote Kerk te Amsterdam, 1980). Ze speelde o.a. in diverse films, was dichter en kinderboekenschrijfster, gaf Papiamentse les aan expats en had vooral een groot hart voor wie haar bezocht. Ze moedigde mij aan vooral te gaan schrijven, al was ik faalangstig en de 50 gepasseerd. Ze heeft haar sporen in dit boek verdiend en zou zij nog in leven zijn, dan zou ze mij na die boekpresentatie vanaf “haar berg” op Curaçao opbellen en zeggen dat ze “lachte van oor tot oor”. Haar dierbare vriendin Lucille Berry-de Haseth ben ik veel dank verschuldigd. Zij werkten vaak samen en heeft er altijd voor gezorgd dat alles over haar vriendin Nydia bewaard en geregistreerd is.
Zo vind ik dat Els Kloek met haar team een sterk staaltje van samenwerking kan laten zien tussen vele mensen, die elkaar niet eens kennen, maar die nu voor eeuwig met elkaar verbonden zijn dwars door de tijd heen via 1001 vrouwen in – hoe mooi  zo'n boekband!

           

donderdag 5 juli 2018

Zijn
Vorig jaar omstreeks deze tijd besloot ik niet langer door te sudderen op de golven van het leven rondom me, het leven waarin van buitenaf allerlei behoeften gecreëerd worden, waaraan ik eigenlijk totaal geen behoefte hád en héb. Willen we de aarde redden, dan helpt die gasafsluiting niet. Dan dienen we werkelijk in alle opzichten te consuminderen. Dan moeten we onze kinderen hun telefoon laten inleveren, hem zelf wegstoppen en eropuit gaan met ze. Spelen, samen de natuur in. De fantasie kietelen, knutselen. Samen lachen en (op)groeien.Als je alleen al kijkt wat er elk weekend en vaak ook door de weeks georganiseerd wordt om ons bezig te houden. Je hoeft nooit thuis op de bank te zitten. Je kunt altijd iets “beleven”, iets “doen”, “leren” of “afleren”. Iets “kopen” of juist “verkopen”. En véél consumeren. Met de auto, of op de elektrische (!) fiets, een raar fenomeen. Er is ook teveel om te “hebben”. Terwijl we nota bene gewóón al zoveel moeten doen en hebben. Het leven en je sociale netwerk lopen door. Werken snoept de meeste tijd op. Huishouding, gezin, tuin, de dingen die je doet binnen je sociale netwerk. Die worden leuker als iedereen minder “moet”!  
Voor al die opgedrongen invloeden van buitenaf besloot ik me af te sluiten. Terwijl ik iets kocht voor een vriendin bij mijn favoriete Bergerac viel mijn oog toevallig op de uitvergrote attributen van het spel “Scrabble”. Mijn ouders speelden het jarenlang elke avond en vroeger of later wil je dan als kind meedoen. Herinneringen dreven boven, terwijl ik de – in dit geval gekleurde – houten letterplaten door mijn handen liet gaan. In mijn hoofd vormden zich woorden: onthaasten, herinnering. Het was niet alleen tijd voor dat cadeautje, maar ook voor een ijk-momentje. Vanuit jeugdherinneringen werd ik meegezogen naar het nu. Mijn ouders genoten destijds van iets wat ze uit zichzelf haalden. Het verbond hen. En ze gaven mij, hun kind, zelfs nu nog, veel mee. Dat laatste deden ze sowieso. Mijn vader was handig, mijn moeder was altijd bezig met zelfmaakdingen. Toen wij klein waren en op Aruba woonden, leerde ze ons figuurzagen. Op het terras, dé plek om te kliederen. Bij Bergerac, waar alles draait om een gezellig thuis, met in mijn handen het woord ZIJN, stond ik opeens te zijn, mezelf te zijn.

Volgens mij is het leven dáár voor bedoeld. Haal je één letter weg, dan staat er ZIN, als in “zingeving” en “daar heb ik zin in!” Of er staat “ZIJ”. Ja. Zij had zin in zijn en zag de zin in van zijn. Thuis heb ik het uiterst prettig. Steeds dat bezig gehouden worden, dát staat mij zo tegen. Apathisch toekijken of luisteren naar anderen die iets staan te doen, waarbij het me lang niet altijd boeit binnen de huidige zesjescultuur. Het leidt af van waar het in het leven om gaat. Het is slechts opvullen van leegte. Jezelf bezighouden geeft vol-doening, vervulling. Je oefent je motoriek, zet je hersenen aan het werk; maakt je zelfredzaam, het kietelt creativiteit, geeft zelfvertrouwen. Je hebt er anderen wat mee te bieden. Het is niet: in je uppie door het leven gaan. Integendeel. Vanzelfsprekend trek ook ik erop uit. Naar Scorlewald, bijvoorbeeld, waar de jaarlijkse Voorjaarsmarkt plaatshad. Daar heerst warmte, aandacht, liefde, een bijzondere productiviteit en effectiviteit, dat voel je. Die rust! Het weerspiegelt dat we er allemaal mogen zijn, dat je volkomen jezelf mag zijn. De wereld ontspant ervan. Dat is geluk. 
Zo verheug ik me alweer op de International Holland Music Sessions. De jonge musici, díe mogen mij bezighouden. Niet vanwege het entertainen, maar omdat het complete plaatje me raakt: dat talent, de ontwikkeling ervan, de toewijding, het opdoen van podiumervaring, de betrokkenheid van de organisatie. Weer een ultiem voorbeeld van "er ZIJN, waaraan ik me dan mag spiegelen. Die houd ik erin: Zin in zijn. Écht zin in. Zijn...
 
...en ook nog best een goed puntenaantal...
;-)

 

dinsdag 9 januari 2018

Oer-Hollands

Ooit woonde ik aan het riviertje de Alblas dat slingerend de groene Alblasserwaard heel veel charme bezorgde. In de zomer, omdat ik erin zwemmen kon, zij aan zij met mijn drie labradors. Maar als ik mag kiezen, zat hem de jeu toch vooral in de winter, omdat in berijpt of besneeuwd land het water zwart oogde, een contrastrijk gezicht. Begon het vervolgens dóór te vriezen, dan stroomde het bloed sneller door ieders aderen in het lieflijke dorpje. Met zijn allen kéken we dagelijks het ijs dikker. Vanuit mijn eetkamerraam zag ik het opeens gebeuren: aarzelend bond de eerste de ijzers onder, en nog één, kortom: binnen een dag ging het hele dorp uit rijden. Kinderwagens werden voortgeduwd door vaders op hockeyschaatsen, achter gammele stoelen werd door jong en oud geoefend of gekrabbeld en men wandelde langs met kinderen op de slee. Oudere generaties zwierden en draaiden hand in hand in lange jassen  op kunstschaatsen, zelf bond ik de stalen noren onder. Je kon prachtige tochten maken, helemaal tot aan de molens van Kinderdijk, waar het me eens overkwam, dat het begon te sneeuwen en uit die witte mist doemde al klingelend een arrenslee op, voortgetrokken door paarden. Dan schaats je in een kerstkaart. Zoveel rijkdom en sfeer. Meteen stonden de koek-en-zopietenten op het ijs; muziekje erbij, iedereen blij! Molentochten waren georganiseerd, de route werd schoongeveegd en in een lange slinger gleed half Nederland aan ons huis voorbij. Ook bij mij stond de erwtensoep te pruttelen op het fornuis en onze oprit vol met auto’s van vrienden. Nederland en ijs: een mooiere combi bestaat niet.

Mijn hart ging dan ook sneller kloppen zodra ik een overdekte ijsbaan zag verrijzen naast de Ruïnekerk. En wat voor één. Helemaal opgetuigd, met ijskristallen, een poolbeer en een ultra luxe lounge koek en zopie. Hulde aan de ondernemers en de altijd aanwezige, zo aardige IJsmeester voor wie ik van oudsher nu eenmaal een grote vriendschappelijke zwak heb. Zij maakten dit mogelijk, net als de sjouwende mannen die de boel hebben opgebouwd en de gemeente Bergen die dit (ik zou bijna zeggen: vanzelfsprekend) goedkeurden. Vrolijke gezichten alom, want ja, zo’n opbouw alleen al schept een band. Zelfs toen ik ze boodschappen doend voor de voeten liep, kon dat de stemming niet drukken – in tegendeel: het werd beloond met herkenning: een hé Diede / hé jij hier?! – en een warme omhelzing. Daarom houd ik zo van onze dorpen.
Als er zoveel liefde en aandacht in een project zit, dat zelfs mijn favoriete supermarkt er financieel voor zorgt dat wij via onze inkopen aldaar gratis toegangskaarten kunnen sparen, kan ik niet alleen vanwege dat schaatsen mijn beste Deentje voorzetten. Dus heb ik me als vrijwilliger opgeven.  

Beetje jammer dat er soms wat lelijke opmerkingen overheen glijden. Voor deze keer: IJs erover. Laten we dat glijden nu toch eens gewoon uitsluitend doen op de baan omdat het kán. Effies die negativiteit bevriezen die wel eens de ether ingestuurd wordt. Positiviteit trekt véél meer goeds aan, dan elke keer die narigheid. Net als ijzel levert het meer kwaad dan goed op. Laten we liever gezellig met zijn allen gaan genieten op een manier waar Holland groots in is. Is het niet leuk het goede voorbeeld te geven door onze kinderen te laten zien hoe het ook kan? Lekker wintersporten en dankbaar zijn voor dit in de schoot geworpen cadeau. Zelfs ik, alles behalve ondernemend – voor menig schrijfactiviteit werk ik serieus, maar word ik níet uitbetaald – kan zien dat met deze IJsbaan geen winsten geboekt gaan worden. Alleen al het bevroren houden van die best grote ijsplaat doet me rillen. Enne… Soms is het wellicht goed de schade aan het milieu weg te strepen tegen het verbeteren van een ander type milieu. Zeg nou zelf: als íets ons allen kan verbroederen, dan is het IJspret.


Deze blog verscheen eerder als column in het Bergens Nieuwsblad

zaterdag 6 januari 2018

Verwaarloosd...
Na vandaag een flinke boswandeling gemaakt te hebben met May en haar onafscheidelijke bal ben ik nog bezweet en wel van alle inspanningen doorgestoomd naar de zolder: tijd om een was op te hangen en wat stofzuigwerk te doen. Prima, na zo'n lekkere warming-up in de buitenlucht! Eenmaal bezig besloot ik niet alleen de trap naar beneden te zuiveren van hondenharen, maar ook de "slaapetage" en de trap naar de woonkamer. May kan trappenlopen als de beste en gaat altijd op haar kussen in mijn werkkamer liggen, zodra ze hoort dat ik de computer heb opgestart. Daarbij volgt ze me overal op de voet en ik vind het best. Als zij graag in mijn buurt is, mag dat. Dan maar wat extra stofzuigen. Die haren neem je sowieso mee via je statische schoenzolen, dus extra werk brengt het toch met zich mee, zo'n viervoeter in huis. Voorlopig weegt het plezier ruimschoots op tegen dit soort klusjes.
Schaamteloos geef ik toe dat ik de boel een beetje verwaarloosd had, mede door de heerlijk rustige feestdagen, zodat het Dyson stofreservoir helemaal vol zat, nadat elke hoek van mijn huis een beurt had gekregen. Maar wat een feest dat alles nu weer spic & span is!
Ondertussen had ik mijn computer aangezet, omdat ik nog een betaling moest verrichten. Vooruit: dan ook maar even een half uurtje Facebooken. Vandaag, Driekoningen, is per slot de geboortedag van mijn moeder. Zij poogde mij de kunst van het huishoudelijk werk bij te brengen, maar zoals jullie nu begrijpen niet met succes. Gelukkig vielen haar andere opvoedpraktijken en lessen wel als het ware in vruchtbare grond. Zij was een engel en aan haar heb ik veel te danken. Terwijl ik wat foto's bijeenzocht, realiseerde ik me dat zij op deze 6e januari haar 95e geboortedag zou vieren, als zij nog geleefd zou hebben. Een mijlpaal.
Vervolgens vond May het nodig dat ik weer even wat buitenlucht op moest doen, samen met haar. Zo gezegd, zo gedaan, in de schemering. Het leek wat frisser te worden, zou het dan toch nog gaan winteren? Een gezellige binnenkomende mail maakte dat ik toch weer plaatsnam op mijn bureaustoel.
Eindelijk vond ik ook een toepasselijke manier mijn Facebookvrienden een gelukkig 2018 toe te wensen. Het mag nog net, op deze dag. Dan zit de eerste week van januari er alweer op! De dagen lengen al, we gaan naar het voorjaar toe. In mijn tuin bloeit er sinds een week een margriet, een roos staat in knop en twee goudsbloemen staan naar licht te verlangen om zich werkelijk te kunnen openen. Doodeng. We moeten echt met zijn allen werken aan het voorkomen van rampen door het opwarmen van de aarde...
Ten slotte - eenmaal bezig schoon schip te maken - opende ik mijn Blogspot. Jéétje - als ik iets verwaarloosd heb, is het dát wel. Hoewel het tegen achten loopt, ik nog moet koken en eten, vind ik dat ik dit blogje schrijven moet. Op naar méér tekstwerk via mijn Blogspot. May aan mijn voeten, heerlijk opgerold. Ze heeft al met al een prettig leven en dat gun ik haar. Want ooit was ook zij ernstig verwaarloosd. En nu? Ze verstaat alles. Zo kan ik haar op de dingen, die ze niet prettig vindt, voorbereiden. Toen ik vanochtend nog een was ophing, zei ik bij de laatste sokken tegen haar:
'Nu moet ik stofzuigen, May!' En daar ging ze, één etage lager.
'Nu ga ik haren föhnen,' begrijpt ze eveneens als de beste. Onmiddellijk vlucht ze naar beneden, dan kruipt ze op haar kussen in de woonkamer. Nee, als er één niet meer verwaarloosd is, dan is het May. daar laat ik maar wat graag wat haren voor liggen op de trap of elders.

 
Mijn moeder was een engel, aan haar oor fluistert de slak, die ik ben m.b.t. huishoudelijk werk...
  

zondag 11 juni 2017


Positivo – met dank aan het Universum!

Enige tijd geleden ben ik ingegaan op de uitnodiging van Josje de Klerk om lid te worden van haar besloten Facebook-vriendengroep “Succesvol wensen”. Wij kennen elkaar via Het Bergens Nieuwsblad, waarvoor zij regelmatig columns schreef, zoals ik dat nog steeds doe. Zij wilde meer tijd besteden aan haar “Wensenmagazijn” en dat doet ze uiterst consequent en met hart en ziel. Kort door de bocht gaat het er in haar Wensenwinkel om, dat je positief in het leven moet staan wanneer je je dromen wilt realiseren. Je moet de dingen niet alleen wensen, maar het helemaal vóór je zien, alsof je het beste van het beste gewoon al bereikt hebt. Het Universum realiseert alles wat je wil, met een vanzelfsprekendheid, alsof je met een winkelkar door het leven loopt en alle benodigdheden gewoon pakt en afrekent bij de kassa. Zeg nou zelf: dan vertrouw je er toch ook op dat dit hele proces zo werkt? Halverwege de winkel liggen de door jou gepakte boodschappen nog altijd in die winkelkar. Het systeem werkt in op je onderbewustzijn en daarom dien je alles op een bevestigende manier te formuleren. Dus niet: “O, jee, het is druk. Nu kan ik vast en zeker géén parkeerplaats vinden!” maar: “Lekker druk vandaag! Toch weet ik zeker dat ik zó een prachtige parkeerplek vind.” Dit voorbeeld noem ik, omdat ik op deze wijze al zo’n 25 jaar zeer succesvol overal mijn auto moeiteloos neerzet. Alles draait eigenlijk om Vertrouwen. Met hoofdletter!

Iets soortgelijks staat in een boek dat in veel talen is verschenen en dat een enorme bestseller was: “The Secret”. Het ligt op mijn nachtkastje. En laat ik nou ook in 2015 de principes, zoals Josje ze presenteert en zoals ze omschreven staan in dit handzame boek zeer succesvol hebben toegepast? Terwijl de opgave werkelijk bijna on-mo-ge-lijk was!  

De afgelopen maanden kon ik desondanks haar positieve peptalk goed gebruiken en ik ben haar dan ook erg dankbaar voor de manier waarop zij me onbedoeld blééf richten op de wensen die ik voor ogen had gedurende een te lopen weg die ik niet vrijwillig gekozen had, maar die ik toch moest gaan. Onder die gegeven omstandigheden is het gemakkelijk mogelijk, dat je verdwaalt in een doolhof van emoties en hup – dan verscheen er via Facebook weer zo’n bericht dat me met de neus op de positieve feiten drukte. Het leuke was dat er een – wat men noemt – synchroniciteit begon te ontstaan tussen ons tweeën, gebeurtenissen die als het ware als vanzelf elkaar opvolgden of tot stand kwamen. We noemen dat “toevalligheden” maar eigenlijk vallen die dingen je dan gewoon toe, omdat het nu eenmaal zo bedoeld is.

Op 11 juni was Jos jarig. Dus ik dacht: haar via de digitale wegen feliciteren is leuk, maar ik fiets straks even langs haar huis en zet een kleinigheidje voor haar neer. Aandacht maakt alles mooier, zeker in het echte leven. Een boeketje lag voor de hand, maar stel dat zij en haar gezin erop uitgetrokken waren? Het was ’s zomers warm, bloemen zouden dat niet overleven. Vreemd genoeg stonden de aangeboden planten me niet aan. Was het dan niet de bedoeling mijn plan te verwezenlijken? Raar! Ik had het allemaal voor me gezien: mijn fietstas met daarin een attentie, de tocht naar haar huis, de voordeur waar ik “het” stiekem zou neerzetten, lekker in de schaduw. En nu vónd ik niets?! In mezelf mompelde ik: “Als het de bedoeling is dat ik vandaag nog aandacht geef aan Josjes verjaardag, zie ik iets dat helemaal bij haar past!” Op dat moment zag ik achter een stenen pot een stuk van een rechthoekig metalen tekstbord: “I rejoice other people’s successes because I know there is plenty for everyone”. Helemaal Josje, dacht ik. Zelfs dat Engels. Als iemand een ander iets gunt, is zij het wel. Er is meer dan genoeg voor iedereen, is ook mijn overtuiging. Hebbes! Binnen vond ik een kleine witte orchidee in een bakje met een hart. De bloemist (die vertelde er absoluut geen flauw benul van te hebben, dat hij een dergelijk tekstbord überhaupt in de verkoop had) was bereid het in te pakken naar mijn wens. We deden dat gemoedelijk samen. Kaartje eraan, afrekenen. Klaar! “Oeps,” merkte ik en passant op. "Nu moet dit wél de tocht in mijn fietstas  overleven!” Waarop de bloemist, alsof hij bij Josje in de leer geweest was, zei: “Kom op, dat gaat jou lukken, daar moet je dan gewoon op vertrouwen, hoor!” Thank you, Universe, zou Jos zeggen… Dat bedankje kreeg ík, via diverse digitale wegen. Mét foto! Waarvoor dank :-)