De traan van de grote beer Giselle
Ecury
De zondagmiddag ging op
23 februari natuurlijk “op” aan het kijken naar de slotakkoorden van de
Olympische Spelen. Altijd bijzonder te zien wat men ervan maakt. Ontroerend
vond ik de vele kinderen die vol vuur meededen. Overduidelijk worden er in
Rusland aan de jeugd nog ijzeren eisen gesteld. Wil je meedoen aan iets dat
wereldwijd bekeken wordt? Dan zul je moeten streven naar perfectie. En dan
wordt het niet alleen vertederend, maar ook een lust voor oog en oor.
Hoe
anders klinken bij ons de kinderkoren op Koninginnedag, zelfs wanneer een
gemeente is uitverkoren de Majesteit te ontvangen. Met alle respect voor de
Oranjeverenigingen en de schooljuffen die zo’n Oranjelied of het Wilhelmus
proberen aan te leren, moet me van het hart dat mijn tenen er spontaan krom van
worden.
Nee, uit de Russische kinderkeeltjes steeg een prachtig volkslied op.
Je hoorde de liefde voor het land erin doorklinken en zo hoort het ook. Wij,
Nederlanders, mogen wat mij betreft best wat meer Nationale trots en warmte
laten doorschemeren wanneer het ons land betreft. Dat heeft een functie. Het
maakt dat je koestert wat je hebt, in tegenstelling tot de onverschilligheid die
menigeen aan de dag legt.
Terwijl juist in de afgelopen tijd maar weer eens is
gebleken dat we veel hebben om diep dankbaar voor te zijn. Je zult maar in Kiev
wonen, bijvoorbeeld, met gebeurtenissen die een zwarte sluier legden over het
sportieve Olympische treffen, terwijl deze Spelen juist bedoeld zijn om mensen
en volkeren te verenigen in vrede.
De kinderen die mee mochten doen aan die
slotceremonie kregen zo een boodschap met dubbele bodem mee: grote mensen zéggen
wel dat je één moet zijn, maar tot aan de poorten van het Olympische Dorp. Toch,
lieve kinderen, is er hoop. Bij ons was het vroeger ook niet altijd pais en
vree. Die traan van de grote mascottebeer kwam bij mij echt aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten