donderdag 11 december 2014


Euvele Moed                                                                                      

Als ik van één woord vind dat het verkeerd geïnterpreteerd wordt, dan is het “lef”. Een loos modewoord, dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Liefst schreeuwerig, waardoor het sterker ontkracht wordt. Van Dale leert dat het weliswaar “moed” en “durf” betekent, maar geeft vervolgens aan dat er iets branieachtigs in schuilt. “Op lef” wil zeggen: ”op goed geluk”. Nou, dan weet je het wel.

Een tweede betekenis is: “laf, slap”. Kijk, dat bedoel ik! “Lef” mist een belangrijke dimensie, terwijl het tegenwoordig gebruikt wordt in de betekenis van “ultramoedig”. Maar dat woord heeft, wat “lef” dus mist: onverschrokkenheid bij gevaren en moeilijkheden, betoond bij direct lijfsgevaar – veelal om in het belang van ánderen actie te ondernemen. “Lef” suggereert heldhaftigheid, maar daarmee doe je de werkelijk moedigen onder ons tekort.

De grootste aanfluiting vind ik de goeroe- of coachuitspraak dat “lef” het meervoud zou zijn van “leven”. Toe nou! Alleen al taalkundig ga je mank. Leven is in dit geval een werkwoord, “lef” een zelfstandig naamwoord dat niet eens een meervoudsvorm kent. Los daarvan vraag ik me (gezien de bovengenoemde betekenis) af, of alles wat leeft daadwerkelijk leeft met zo’n dosis branieachtige nepdurf. Nonsens! Het planten- en dierenrijk is daar te eerlijk voor.

De meeste mensen zijn zich aardig bewust van de consequenties van hun veelal weloverwogen handelen in zaken die enige moed behoeven. Met voorbehoud is niets mis. Het sterkt het zelfvertrouwen en mocht het alsnog fout gaan, dan heb je jezelf niets te verwijten. Zo werkt het wellicht niet voor de lefgozers onder ons. En daar heb ik dan ook meteen een bepaald – nadrukkelijk de negatieve aandachttrekkend – beeld bij.

Vandaar mijn aversie tegen “lef” dat eigenlijk zoiets is als spontaan springen in het diepe en zien waar het schip strandt in de wetenschap dat er altijd wel ergens een boei ligt om te grijpen, een vangnet dat je verder helpt. En daarmee zadel je in feite anderen op met jouw probleem. Dús verdient het géén op-de-borstklopperij. Maar ja. Als je niet anders gewend bent dan de grootste complimenten voor de eenvoudigste dingen, dan vraag je nu eenmaal op een zeurderige manier om aandacht als een echt lefgozertje.

Gelukkig word je daar niet van. Dat ben je pas, wanneer je het leven in al zijn facetten omarmt. Met mee- en tegenwind, regen en zonneschijn. Dan besef je iets simpels: Hoe dieper de dalen zijn die je op eigen kracht hebt overwonnen, des te hoger zijn de pieken. Verlies je wat veel vreugde gaf, dan ben je navenant verdrietig. Heb je dat ooit ervaren, dan heb je niet de euvele moed het modewoord “lef” te gebruiken, zoals heden ten dage ten onrechte gebeurt. Dan spring je in het diepe en weet je, dat het schip je hoe dan ook altijd ergens heenbrengt.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten