dinsdag 4 augustus 2015


Gevallen vrouw

Gisteren viel ik van mijn fiets. Niet zomaar een beetje, nee, ik werd gelanceerd na tegen een zg. “paal in het wegdek” gereden te zijn. Mijn eigen domme schuld. Die weg bewandel ik al ruim 10 jaar 2x per dag en vaak fiets ik er ook nog eens 2x daags langs. Het blijven vervelende objecten, die paaltjes, dat wel en dat heb ik ook kunnen constateren door de vele bijna-ongelukken die langsrijdende en –lopende medeweggebruikers hebben meegemaakt.

Gisteren was het dus mijn beurt, fietste ik keihard en ja, ónoplettend het mij bekende traject tot ik plotseling “aan de paal” hing, of liever: eroverheen. Met fiets en al, die dat een fractie van een seconde aanhield en toen met mij ter aarde smakte. Ik herinner me, dat ik me eraan overgaf. Wat kun je anders?

In de roman “Erfdeel” omschrijf ik een scène waarin het hoofdpersonage tijdens een eerste pijnlijke echtscheidingsfase van een vage kennis te verstaan krijgt: “Zie je nou niet in, dat iedereen wil dat jij eens goed op je bek gaat?” Dit was een niet zelfverzonnen passage. Ik zou er werkelijk niet eens opgekomen zijn. Heus waar. Mijn mond viel open van verbazing, dat er blijkbaar mensen waren die mij volkomen onverwacht zo’n koud hart toedroegen. Ik herinner me dat ik er ontroostbaar hard om moest huilen. Niet alleen nam ik destijds met moeite afscheid van mijn behuwd leven, maar tevens van mijn leven als “dochter van”, omdat het juist in die periode duidelijk werd dat mijn moeder leed aan vasculaire dementie, zodat de rollen drastisch waren omgedraaid. Zij was zelfs mijn naam vergeten. Maar om mij heen waren veel liefdevolle mensen die mij hielpen, aanmoedigden, geruststelden, zodat ik eindelijk mijn zelfvertrouwen herwon en de zonnige zijde van het leven overal in terugzag. Eigenlijk fietste ik vrij moeiteloos door deze nare fase in mijn leven heen. Het voelde niet als “op mijn bek gaan”, maar meer als “voor mezelf opkomen”.

Daar moest ik thuis, na een eerste slok water met arnicadruppels, languit op de bank en nog een beetje shakey, aan terugdenken, omdat een van de drie me te hulp geschoten en hevig ontdane mensen mij – toen ik weer recht van lijf en leden weliswaar erg geschrokken voor hen stond – vriendelijk toesprak: “Nou, gelukkig valt het mee! Maar misschien moet je eens nadenken wat deze val jou te zeggen heeft?” Heel spiritueel, daar houd ik van. Nadenken deed ik dus en plotseling schoot dat fragment me te binnen.

Goh, dacht ik. Nu ben ik dus letterlijk op mijn bek gegaan. Bijna 20 jaar na dato. Hoe is het mogelijk? Want inderdaad kwam ik echt terecht “op mijn bek”. Het lijkt alsof ik met paarse inkt getatoeëerd ben zodat een stevige blokletter G mijn kin als een sikkel omvat. Naast wat stijve (ook nek)spieren, blauwe plekken en een arm die niet lekker meewerkt, ben ik nog intact. Mijn tanden zijn heel, mijn neus staat recht, de hersenen werken nog en ik kan het volkomen compleet navertellen. Mijn fietsmand is vernield. De ijzeren staaf die erdoorheen geweven is, bedoeld om de mand ovaal te houden, is middenvoor doorgebroken en verbogen tot halverwege de mand! Mijn voorvork met het framestuk, waar de stuurpin in valt, is naar achteren verbogen, zodat het frame ten minste 5 cm korter is. En óf ik gelanceerd werd. Het dringt “the day after”, na er een nacht diep over geslapen te hebben, pas goed tot mij door: ik had echt mijn nek kunnen breken en heel wat botten. Immers: bij mij is enige jaren geleden osteopenie vastgesteld (het voorstadium van osteoporose), waarbij de ruggengraat er al slecht aan toe zou zijn.

Net als 20 jaar geleden stond ik “the day after” op. Dit keer fluitend. Zo liet ik de hond uit. Alsof er een nieuw leven is begonnen, na een inderdaad niet gemakkelijke, te drukke tijd. Diep dankbaar ben ik voor de vele beschermengelen in wie ik heilig geloof en die mij zo ongelooflijk geholpen hebben. Voor de lieve mensen die mij na mijn val bijstonden. Voor hun oprechte warmte, zorg en bemoediging. Voor iedereen die naast en achter me staat. En ja, ook voor mijn fitnessverleden en voor mijn honden, want tot op heden heb ik daardoor een ijzersterk spierkorset opgebouwd dat tegen een stootje kan. En daarmee ga ik het er eens goed van nemen in de toekomst die mij rest, zoals het een gevallen vrouw betaamt.

Giselle op haar eerste eigen, nieuwe fiets, 1962, Bergen, Eeuwigelaan


Geen opmerkingen:

Een reactie posten