In de stilte na de storm (Bergens Nieuwsblad, 05 082015)
Het was voorspeld,
compleet met gevarencode. Maar ja, tegenwoordig geven ze die al af wanneer er
misschien natte sneeuw of ijzel komt. Alsof óns dat onmiddellijk lam legt. Lam
ligt alleen het treinverkeer, helaas te vaak ten onrechte. Dit jaar werd zelfs
grootscheeps en bezorgd advies gegeven zodra er zicht was op een hittegolf,
waar juist vrijwel iedereen handenwrijvend op zat te wachten, omdat het zomer
en vakantie is. Dat Nederland het dus niet zo nauw neemt met die
gevarencodering, kan ik me wel voorstellen. Het effect van het jongetje dat
telkenmale schreeuwde dat er een wolf aankwam, zodat iedereen alles uit handen
liet vallen en zijn huis invluchtte. Terwijl er niets engs was. Totdat hij
opnieuw schreeuwde, niemand er meer op reageerde en het halve dorp werd opgevreten.
Ach, wat schaamde het jongetje zich. Prachtig, dit soort volksvertellingen. Ze
bevatten een waarheid als een koe.
Toegegeven. Ook ik dacht
dat het met die storm zo’n vaart vast niet zou lopen. Maar voor harde wind heb
ik wél veel ontzag. Een stevige bries kan al zomaar een tak uit de bomen rukken.
Aan regen heb ik daarbij een broertje dood. Dus: bijtijds die boodschappen
doen! Wat een wonder is het tegenwoordig dat iemand mij met zekerheid kon
geruststellen: “Pas om twaalf uur regent het, zegt Buienradar.” Inderdaad bleef
het redelijk zonnig tot ik al mijn boodschappen in de fietstas had. En
waarachtig: omstreeks half één werd het stil buiten en dreigend. Een enkele
vogel vloog schreeuwend op. Het land lag klaar voor wat al snel de grote
schoonmaak zou blijken te zijn. Nog vlug liet ik de hond uit, de eerste spetters
vielen.
Snel verschanste ik mij
op de bank, trakteerde mezelf op “In the name of the father”, een aangrijpende
film over onrecht in de jaren ’70 toen the Irish Republic Army, een
paramilitaire organisatie die geweld niet schuwde, regelmatig fel van zich liet
horen. Binnen vielen er bommen en harde woorden, namen hippies het met het
gezag niet nauw – met alle gevolgen van dien. Buiten bulderde de wind, vlogen
toefjes bladeren tegen de ruiten, bogen de takken van de bomen diep door. Ook
met mogelijke gevolgen? Toch maar even de auto naar achteren rijden. Stel, dat juist
die ene dikke tak… precies bovenop het dak van ons net weer voor anderhalf
duizend euro gerepareerde vehikel…? Onvergeeflijk! Een mens kan zelf ook schade
voorkomen.
Met grote regelmaat rukte
de brandweer uit. Toch reden ook nog automobilisten en fietsers langs. Die
durfden! In de beschutte tuin viel het mee. Maar terwijl de hond even plaste,
beluisterde ik het gejank van een motorzaag in de verte. Een wegversperring?
Waar? Welke boom? Gauw naar binnen – zie je, voor storm dien je echt ontzag te
hebben.
Dan is het opeens voorbij.
In alle vroegte rijden hond en ik de volgende dag naar het Berger Bos, lopen
wij later rond in eigen buurt. De stilte na de storm, zozo, dat valt niet mee.
Soms is er sprake van geluk hebben, soms niet. Soms is er sprake van slecht
onderhoud, mede door verkeerde zuinigheid – oude abelen zijn schapen in
wolfskleren en schietwilgen kunnen boomdikke takken laten vallen, die nooit zo geworden
waren, als men ze in toom had weten te houden tot knotwilgen, door ze
regelmatig van jongs af aan oer-Hollands te knotten. Geleerd van boeren uit de
Alblasserwaard. Afijn. Deze gedachten horen ook bij de stilte na de storm.
Maar vooral bejubel ik telkens
weer onze mannen van stavast, die wegen vrij hebben gemaakt, bomen verzaagden, benarde
situaties hebben voorkomen, soms met gevaar voor eigen leven. Die nu en straks
weer alle rotzooi moeten opruimen, die onmiddellijk dreigende situaties reeds
hebben verholpen door op voorhand scheefgeblazen bomen om te zagen, takken
bijeen te leggen, wegen en paden vrij te maken. Hulde, mannen héél véél hulde. Waar
zouden we zijn zonder jullie? Enorm bedankt! En een dikke, welverdiende zoen
van uw columnist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten