donderdag 10 december 2015


In de stilte na de storm van eind juni 2015                                                                            
 
Het was voorspeld, compleet met gevarencode. Maar ja, tegenwoordig geven ze die al af wanneer er heel misschien natte sneeuw of ijzel komt. Alsof óns dat onmiddellijk lam legt. Lam ligt alleen het treinverkeer dan, helaas te vaak ten onrechte. Dit jaar werd zelfs grootscheeps en bezorgd advies gegeven zodra er zicht was op een hittegolf, waar juist vrijwel iedereen handenwrijvend op zat te wachten, omdat het zomer en vakantie was. Dat Nederland het dus niet zo nauw neemt met die gevarencodering, kan ik me wel voorstellen. Het effect van het jongetje dat telkenmale schreeuwde dat er een wolf aankwam, zodat iedereen alles uit handen liet vallen en zijn huis invluchtte. Terwijl er niets engs was. Totdat hij opnieuw schreeuwde, niemand er meer op reageerde en het halve dorp werd opgevreten. Ach, wat schaamde het jongetje zich. Prachtig, dit soort volksvertellingen. Ze bevatten een waarheid als een koe.  

Toegegeven. Ook ik dacht dat het met die storm zo’n vaart vast niet zou lopen. Maar voor harde wind heb ik wél veel ontzag. Een stevige bries kan al zomaar een tak uit de bomen rukken. Aan regen heb ik daarbij een broertje dood. Dus: bijtijds deed ik die dag in juni de boodschappen. Wat een wonder is het tegenwoordig dat iemand mij met zekerheid kon geruststellen: “Pas om twaalf uur regent het, zegt Buienradar.” Inderdaad bleef het redelijk zonnig tot ik al mijn boodschappen in de fietstas had. En waarachtig: omstreeks half één werd het stil buiten en dreigend. Een enkele vogel vloog schreeuwend op. Het land lag klaar voor wat al snel de grote schoonmaak zou blijken te zijn. Nog vlug liet ik de hond uit, de eerste spetters vielen.

Snel verschanste ik mij op de bank, trakteerde mezelf op “In the name of the father”, een aangrijpende film over onrecht in de jaren ’70 toen the Irish Republic Army, een paramilitaire organisatie die geweld niet schuwde, regelmatig fel van zich liet horen. Binnen vielen er bommen en harde woorden, namen hippies het met het gezag niet nauw – met alle gevolgen van dien. Buiten bulderde de wind, vlogen toefjes bladeren tegen de ruiten, bogen de takken van de bomen diep door. Ook met mogelijke gevolgen? Toch maar even de auto naar achteren rijden. Stel, dat juist die ene dikke tak… precies bovenop het dak van ons net weer voor anderhalf duizend euro gerepareerde vehikel…? Onvergeeflijk! Een mens kan zelf ook schade voorkomen.

Met grote regelmaat rukte de brandweer uit. Toch reden ook nog automobilisten en fietsers langs. Die durfden! In de beschutte tuin viel het mee. Maar terwijl de hond even plaste, beluisterde ik het gejank van een motorzaag in de verte. Een wegversperring? Waar? Welke boom? Gauw naar binnen – zie je, voor storm dien je echt ontzag te hebben.

Toen was het opeens voorbij. In alle vroegte reden hond en ik de volgende dag naar het Berger Bos, liepen wij later rond in eigen buurt. De stilte de storm, zozo, dat viel niet mee. Soms was er sprake van geluk hebben, soms niet. Soms was er sprake van slecht onderhoud, mede door verkeerde zuinigheid – oude abelen zijn schapen in wolfskleren en schietwilgen kunnen boomdikke takken laten vallen, die nooit zo geworden waren, als men ze in toom had weten te houden tot knotwilgen, door ze regelmatig van jongs af aan oer-Hollands te knotten. Geleerd van boeren uit de Alblasserwaard. Afijn. Deze gedachten hoorden ook bij de stilte na de storm.

Maar vooral bejubelde ik telkens weer onze mannen van stavast, die wegen vrij hebben gemaakt, bomen verzaagden, benarde situaties hebben voorkomen, soms met gevaar voor eigen leven. Die nu en straks weer alle rotzooi moeten opruimen, die onmiddellijk dreigende situaties reeds hebben verholpen door op voorhand scheefgeblazen bomen om te zagen, takken bijeen te leggen, wegen en paden vrij te maken. Hulde, mannen héél véél hulde. Waar zouden we zijn zonder jullie? Een leuke gedachte voor de komende winterstormen?
 
 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten