dinsdag 9 januari 2018

Oer-Hollands

Ooit woonde ik aan het riviertje de Alblas dat slingerend de groene Alblasserwaard heel veel charme bezorgde. In de zomer, omdat ik erin zwemmen kon, zij aan zij met mijn drie labradors. Maar als ik mag kiezen, zat hem de jeu toch vooral in de winter, omdat in berijpt of besneeuwd land het water zwart oogde, een contrastrijk gezicht. Begon het vervolgens dóór te vriezen, dan stroomde het bloed sneller door ieders aderen in het lieflijke dorpje. Met zijn allen kéken we dagelijks het ijs dikker. Vanuit mijn eetkamerraam zag ik het opeens gebeuren: aarzelend bond de eerste de ijzers onder, en nog één, kortom: binnen een dag ging het hele dorp uit rijden. Kinderwagens werden voortgeduwd door vaders op hockeyschaatsen, achter gammele stoelen werd door jong en oud geoefend of gekrabbeld en men wandelde langs met kinderen op de slee. Oudere generaties zwierden en draaiden hand in hand in lange jassen  op kunstschaatsen, zelf bond ik de stalen noren onder. Je kon prachtige tochten maken, helemaal tot aan de molens van Kinderdijk, waar het me eens overkwam, dat het begon te sneeuwen en uit die witte mist doemde al klingelend een arrenslee op, voortgetrokken door paarden. Dan schaats je in een kerstkaart. Zoveel rijkdom en sfeer. Meteen stonden de koek-en-zopietenten op het ijs; muziekje erbij, iedereen blij! Molentochten waren georganiseerd, de route werd schoongeveegd en in een lange slinger gleed half Nederland aan ons huis voorbij. Ook bij mij stond de erwtensoep te pruttelen op het fornuis en onze oprit vol met auto’s van vrienden. Nederland en ijs: een mooiere combi bestaat niet.

Mijn hart ging dan ook sneller kloppen zodra ik een overdekte ijsbaan zag verrijzen naast de Ruïnekerk. En wat voor één. Helemaal opgetuigd, met ijskristallen, een poolbeer en een ultra luxe lounge koek en zopie. Hulde aan de ondernemers en de altijd aanwezige, zo aardige IJsmeester voor wie ik van oudsher nu eenmaal een grote vriendschappelijke zwak heb. Zij maakten dit mogelijk, net als de sjouwende mannen die de boel hebben opgebouwd en de gemeente Bergen die dit (ik zou bijna zeggen: vanzelfsprekend) goedkeurden. Vrolijke gezichten alom, want ja, zo’n opbouw alleen al schept een band. Zelfs toen ik ze boodschappen doend voor de voeten liep, kon dat de stemming niet drukken – in tegendeel: het werd beloond met herkenning: een hé Diede / hé jij hier?! – en een warme omhelzing. Daarom houd ik zo van onze dorpen.
Als er zoveel liefde en aandacht in een project zit, dat zelfs mijn favoriete supermarkt er financieel voor zorgt dat wij via onze inkopen aldaar gratis toegangskaarten kunnen sparen, kan ik niet alleen vanwege dat schaatsen mijn beste Deentje voorzetten. Dus heb ik me als vrijwilliger opgeven.  

Beetje jammer dat er soms wat lelijke opmerkingen overheen glijden. Voor deze keer: IJs erover. Laten we dat glijden nu toch eens gewoon uitsluitend doen op de baan omdat het kán. Effies die negativiteit bevriezen die wel eens de ether ingestuurd wordt. Positiviteit trekt véél meer goeds aan, dan elke keer die narigheid. Net als ijzel levert het meer kwaad dan goed op. Laten we liever gezellig met zijn allen gaan genieten op een manier waar Holland groots in is. Is het niet leuk het goede voorbeeld te geven door onze kinderen te laten zien hoe het ook kan? Lekker wintersporten en dankbaar zijn voor dit in de schoot geworpen cadeau. Zelfs ik, alles behalve ondernemend – voor menig schrijfactiviteit werk ik serieus, maar word ik níet uitbetaald – kan zien dat met deze IJsbaan geen winsten geboekt gaan worden. Alleen al het bevroren houden van die best grote ijsplaat doet me rillen. Enne… Soms is het wellicht goed de schade aan het milieu weg te strepen tegen het verbeteren van een ander type milieu. Zeg nou zelf: als íets ons allen kan verbroederen, dan is het IJspret.


Deze blog verscheen eerder als column in het Bergens Nieuwsblad

2 opmerkingen: